Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je verdriet je boos maakt. Een reden kan zijn dat je kwaad bent op het universum of op God om wat je is overkomen. Beide zijn nogal onbereikbaar, tonen weinig reactie en dus richten we die boosheid op diegene die heel kort bij ons staan en ons soms heel dierbaar zijn. Een rouwproces doorgaan, betekent ook dat je basisenergie uitgeput raakt wat het moeilijker maakt om je boosheid en frustratie in goede banen te leiden. En al die heftige gevoelens komen er meestal op momenten waarop je het zelf niet eens verwacht. En het gebeurt ook dat er eenvoudigweg geen echte reden is waarom je pijn je boos maakt. Het kan je zo maar overkomen.
De reden dat we zo extreem reactief kunnen zijn naar anderen toe in rouw is, dat we als mens intens relationele wezens zijn. Heel ons systeem is gericht op hechting zodat we ons veilig kunnen voelen in ons leven. Vanaf onze geboorte zijn we afhankelijk van onze verzorgers voor onze overleving. We zoeken dan ook steeds de nabijheid van anderen op en dit niet alleen als klein weerloos kind maar doorheen ons hele leven houden we vast aan die behoefte. De tegenwoordigheid van anderen maakt ons rustig omdat net die fysieke nabijheid er voor zorgt dat lichaamsfuncties zoals de hartslag op elkaar afgestemd worden en door die afstemming leert een baby om zichzelf te reguleren. Onze lichamen blijven zich steeds op elkaar afstemmen ook op latere leeftijd, wat ons een gevoel van geborgenheid en rust geeft.
Een ingrijpend verlies ontneemt ons iemand die we lief hebben en waarbij we die geborgenheid konden ervaren. Het herinnert ons eraan hoe kwetsbaar we zijn en hoe kwetsbaar onze relaties zijn. Het ontregelt in een klap ons hechtingssysteem en brengt ons in een staat van crisis en stress. De mensen in onze directe omgeving, die ons ondersteunen, zijn dan ook zo belangrijk omdat zij er ons aan herinneren dat we ons veilig kunnen voelen bij familie en vrienden.
Op het moment dat iemand in dat systeem even uit de bocht gaat of iets helemaal fout zegt, komt ons reeds wankel hechtingssysteem in nood. We denken al vlug dat het een teken is dat andere relaties niet veilig zijn en ons willen raken. Misschien geven ze wel niet eens echt om ons. Misschien blijven we wel geïsoleerd en alleen achter. Dat is een angstaanjagende gedachte voor iedereen. En wat is in veel gevallen onze eerste reactie: we worden boos.
We zijn al geraakt door het ingrijpend verlies in ons leven en we willen liever geen risico meer nemen om nog meer gekwetst te raken dus worden we hypergevoelig voor elk teken dat iemand anders ons ook zou kunnen kwetsen. We worden boos, laten mensen niet langer toe in ons leven of we worden minder vergevend. Maar op de eerste plaats willen we vermijden dat relaties ons nog meer pijn kunnen bezorgen. En mensen doen en zeggen soms dingen die ons kwetsen, iemand die rouwt ondersteunen is ook geen eenvoudige klus. En ja, sommige mensen zijn ook gewoon niet echt fijngevoelig.
Aan de andere kant reageren we zelf soms op een heel disproportionele en kritische manier. Gedeeltelijk omdat ons brein en ons lijf geraakt wordt door onze diepste biologische angst van afgewezen te worden, niet verzorgd en alleen achter te blijven. Woorden of daden die anders, rationeel gezien, niet direct als intentioneel kwetsend of schadelijk ervaren worden, kunnen ineens voelen alsof ze dat wel zijn. Een gevoel dat voor weinig rede vatbaar is op dat moment.
Wanner de woede zich toont, zou het goed zijn om voor onszelf wegen te vinden om de rust en kalmte weer te vinden. Leren om je noden uit te drukken en je grenzen aan te geven kan heilzaam zijn. En niet onbelangrijk, kijken hoe we mensen op een redelijke manier feedback kunnen geven wanneer ze iets kwetsend zeggen. Dat is lastig maar van onschatbare waarde in het omgaan met boosheid in rouw.