Als het over liefde gaat, dan is de gemeenschappelijk kern die we allemaal op ongeveer dezelfde manier ervaren waarschijnlijk het liefhebben zelf. Al wat daar omheen draait, is een zaak van persoonlijke voorkeur. Liefde kan warm weggestopt zijn in mooie kleine doosjes of in te grote verpakkingen, het is misschien een zachte fluistering in de wind of grote woorden die van de daken worden geschreeuwd, hele volzinnen zorgvuldig neergeschreven of op een heel eigen manier op papier gezet.
En het zijn misschien net die kleine, schijnbaar onbelangrijke maar weldoordachte gebaren die tonen dat iemand om je geeft. Het zijn uitingen van liefde die pretentieloos zijn en niets te bewijzen hebben. Een kleine briefje van iemand die zegt dat hij of zij trots op je is, een onverwachte knuffel of een klein cadeautje gewoon omdat iemand je graag ziet.
Liefde lijkt ver te staan van alles wat met eenzaamheid en sociale isolatie te maken heeft maar is dat wel zo? Misschien voelt het heel anders op het moment dat we rouwen. Eenzaamheid is toch sowieso een relatief begrip. Je kan een grote familie hebben en veel vrienden, maar toch de liefde en verbondenheid missen die je zo nodig hebt. En een van de redenen dat we ons zo eenzaam voelen na het overlijden van iemand dierbaar is dat we zo verlangen naar hun tastbare liefde. En ondertussen voelt het alsof net die liefde verdwenen is uit ons leven.
Een brief, een paar pantoffels, een foto maken herinneringen wakker die ons weer even gelukkig kunnen maken. Slapen in de pyjama van je geliefde, het kan vreemd overkomen maar het is ook gewoon een tedere uitdrukking van de liefde die er nog altijd is.
Wanneer we spreken over eren en herinneren van onze doden, gaat het meestal over herdenkingsmomenten of herdenkingstekens. De grote zichtbare tekens aan de wereld dat onze geliefden nog steeds in onze gedachten en in ons hart aanwezig zijn. Maar voor velen onder ons zijn de echte betekenisvolle rituelen heel klein en zo heel gewoon dat mensen ze zelf niet eens opmerken.
Als je bij iemand op bezoek gaat en je kijkt de kamer rond zie je waarschijnlijk wat familiefoto’s en voor de rest niet veel persoonlijk. Maar voor wie er woont kan de kamer gevuld zijn met voorwerpen vol van herinneringen over generaties heen. Misschien is de zetel waarin je gaat zitten wel gekocht door iemand die er al lang niet meer is maar die op deze manier altijd zijn plek zal behouden in het huis.
Een foto in je portefeuille, een kleinood in je zak, die woorden die je bijna dagelijks gebruikt, een liedje waar je elke dag even naar wil luisteren, een T-shirt die in je kast blijft hangen en nooit meer gedragen zal worden, allemaal dingen die we stiekem of openlijk koesteren. Ik heb nog altijd een paar bretellen van mijn vader in mijn handtas en die steken daar goed ook al kijk ik er zelden naar maar ik draag ze wel altijd bij me. Ik ontdek ze telkens weer als ik mijn tas nog een keertje opruim en steeds is er een glimlach of een herinnering die komt bovendrijven en die mijn hart deugd doet.
Dit gaat niet over koesteren van je verdriet en het is ook geen teken dat het rouwproces de verkeerde kant opgaat. Deze objecten, kleine gebaren en dagelijkse routines zijn gewoon het bewijs dat we verder gaan met ons leven en tegelijkertijd ook uitdrukking kunnen geven aan de liefde die er altijd zal zijn ook over de grens van leven en dood.