Het idee dat ‘goed’ rouwen impliceert dat mensen zich emotioneel moeten onthechten van de overledene is gelukkig niet meer alomtegenwoordig. Het verbreken van de band en de terugkeer naar een autonome levensstijl past natuurlijk perfect in ons moderne levensfilosofie. Ons westers denken over de mens legt vooral de nadruk op het autonoom individu. Toch kunnen we niet ontkennen dat relaties met anderen ons vormen in de wijze waarop we naar onszelf kijken en hoe we ons leven inrichten. In praktijk is het dan ook zo dat veel mensen op een of andere manier een blijvende band onderhouden met hun dierbare overledenen. Blijvende verbindingen kunnen vele vormen aannemen. Het kunnen objecten, gedachten, activiteiten of gebeurtenissen zijn die ons over de dood heen verbinden met de overledene. Ze betekenen voor veel mensen veilige havens die steun bieden in moeilijke dagen.
De expressie van de blijvende band is tevens cultureel bepaald. En wat is er nu dieper geworteld in vele culturen dan voedsel en de manier waarop we er mee omgaan? Mensen die rouwen verliezen soms hun zin in eten. En toch kan voedsel een belangrijke rol spelen in het rouwproces. Voedsel is immers ook een drager van herinneringen. Geuren kunnen ons op een heel eenvoudig manier weer in het verleden brengen dat we koesteren en op die manier zorgen voor troost. Het biedt ons de mogelijkheid weer plezier voelen in dierbare herinneringen. Het zorgzaam koesteren van de recepten die iemand vroeger altijd klaarmaakte, kan een manier zijn om betekenis te blijven vinden in die relatie.
Denk maar eens aan voedsel dat verbonden is met iemand die je lief was. Was het een speciale maaltijd? Verbonden met een vakantie? Of was het gewoon een lekker hapje aan de keukentafel of een picknick op het strand? Of koester je het receptenboek van je oma? Veel mensen praten met liefde over de recepten die hun geliefden hen hebben nagelaten doorheen de tijd. En als koken niet je ding is, het kan ook gewoon een eenvoudig vieruurtje zijn of een restaurant bezoeken waar jullie samen veel tijd doorbrachten.
Mijn grootmoeder hield niet echt van koken maar serveerde iedere zondagavond een overvloedige broodmaaltijd waarbij de hele familie rond de tafel zat. Ik ben een kieskeurige eter maar wat ik niet kan missen zijn boterhammen met beleg. Misschien niet eens voor de smaak maar voor het gevoel van verbinding dat brood me steeds opnieuw geeft met mijn oma die veel te vroeg in mijn leven overleed.
Iedereen heeft wel herinneringen aan voedsel verbonden met iemand die ons dierbaar was. Een eenvoudig voorgerecht of een lekker dessert kunnen troost brengen op onze soms barre tocht doorheen de rouw. Het kan ons een gevoel van verbintenis geven dat door niets of niemand kan vervangen worden.