Met twee grote witte spandoeken aan de verweerde muren naast de toegangspoort wordt de vernieuwing van het oude kerkhof aangekondigd. We kiezen voor duurzame, bio-diverse, groene en toegankelijke begraafplaatsen was er op te lezen. Het resultaat zou een plek zijn om te gedenken. Een plek van bezinning en rust. Wat me vooral bijbleef van de tekst was het feit dat men in de komende tijd tot ontruiming van de graven zou overgaan. En daar had ik het mee te doen die dag. Verder communicatie ontbrak tenzij een verwijzing naar de website van de gemeente. Het kwam nogal rauw op mijn dak die ochtend.
In 1971 werd de zogenoemde "eeuwigdurende vergunning" of "concession à perpétuité" afgeschaft. "Eeuwig" werd omgezet naar een gratis herbevestiging van 50 jaar. Die eerste termijn loopt dus volgend jaar af, in 2021. Bij veel oudere graven staat dus vanaf nu een bordje "Akte van verval".
Een paar stappen verder kwam ik dan inderdaad een bordje tegen met de bevestiging dat ook het graf van mijn oma onder de grote schoonmaakwoede viel. Het doet wat met een mens om dit zonder veel omkransing op je bordje te krijgen. Bij nader toezien leek wel of heel het kerkhof werd geruimd. Overal, zo ver ik kon zien, dezelfde aankondigingsborden. Het leek wel een soort slagveld. Toen ik mijn bloemen op haar graf legde leek het alsof de wereld even onder mijn voeten verdween. Het voelde alsof ik mijn oma voor de tweede keer aan het verliezen was. Verdriet en ongeloof maar vooral onmacht kwamen boven drijven.
Een begraafplaats is ook en vooral een plek voor de levenden, lees je dan. Het is de ideale plek om even stil te staan op een plek ver weg het leven en de dood elkaar even heel dicht aanraken. Een plek om te rouwen, te herinneren, te helen en te verzoenen. En zo even weer heel dicht te zijn bij diegene die je zijn voorafgegaan. Klopt helemaal. Alleen voelde dat even niet zo. En laat het duidelijk zijn, ik heb er helemaal niets op tegen dat de begraafplaats groener zal worden in de toekomst. Het spreekt vanzelf dat ik mijn oma ook liever zie rusten tussen het groen gras vol vrolijke bloemetjes dan tussen de kale kiezels. Alleen was dat duurzame nu niet mijn eerste bezorgdheid op dat moment. Ik wou mijn oma niet opnieuw kwijt.
Na een paar moeilijke uren kwam ik ’s avonds via de website van de gemeente te weten dat ik mijn oma nog kan redden, tegen een aanzienlijke som uiteraard. Het voelt allemaal wel dubbel. Duurzaam lijkt dan vooral een zaak van economie. Misschien hoort mijn gevoel gewoon bij het ouder worden. Een mens wordt dan wat meer melancholisch. Wie weet. Maar ik ben er van overtuigd dat ik niet de enige ben die met een wrang gevoel dit jaar het kerkhof heeft verlaten.
Gelukkig staat er geen einddatum op de liefde die we samen deelden. Die concessie zal nooit vervallen. In mijn hart zal er altijd plek zijn voor haar dat nooit geruimd kan worden. De bloemetjes droom ik er graag bij.