EN INEENS BEN JE ZESTIG

Het leek me lange tijd heel afschrikwekkend, zestig worden. Het voelde als over de afgrond kijken naar een hele duistere plek die al heel snel alleen tot de dood zou leiden. Ineens kom je daar dan heel dichtbij als je louter naar het getal kijkt. Sommige mensen halen het niet eens tot hun zestig. Daar zijn de getallen op de grafstenen op het kerkhof de stille harde bewijzen van. Niet dat ik de dood vrees maar de tijd die me rest is naar mijn gevoel over de grens van zestig dan ineens heel beperkt in omvang te zijn geworden.

Je beseft dat er ook heel veel achter je ligt en wat kan je nog verwachten van de jaren die voor je liggen? En ergens in mijn hoofd leeft constant de gedachte dat er nog zo veel te doen en te ontdekken valt in die jaren die komen. En dat het me allemaal niet gaat lukken. Tussen gedachten, gevoelens, wensen en realiteit is er duidelijk een hele wereld van verschil. En hoe doe je dat dan, met een gerust gemoed doorgaan in de wetenschap dat je het meeste wel hebt gehad?

En zo stond ik de dag van mijn verjaardag voor het raam te kijken naar het drukke verkeer dat buiten aan mij voorbij snelde. De zon scheen alsof de lente toch zin had om door te breken en ineens kwam er een glimlach op mijn gelaat gewoon uit het niets boven borrelen. Ik zag al die mensen gehaast op weg naar ergens en ik besefte ineens dat ik in een periode van mijn leven ben aangekomen waarin ik veel vrijer ben en in die vrijheid ook meer kan kiezen over wat ik wel en niet meer wil. Het maakt me in een klap minder neerslachtig.

Een paar weken verder lijkt het inderdaad allemaal reuze mee te vallen. Het enige dat daadwerkelijk ouder wordt is je lichaam: het kraakt, piept en zucht wat meer dan vroeger maar in mijn geest is het zo anders dan vroeger. Door vallen en opstaan ben ik wijzer geworden en heb ik ondertussen ook leren loslaten wat er niet echt toe doet. Het scheelt een heel pak in de rugzak. Het leven is gewoon prima zoals het is en ik hoef me niet langer constant te meten aan de normen en waarden van anderen. Die gedachte alleen geeft me een ontzettende rust in mijn hoofd.

Het huis is er, mijn veilige nest is niet langer in mede-eigendom van de bank. Dat betekent meteen ook dat ik de ratrace van het leven gewoon loslaten en regelmatig even aan de zijkant kan gaan staan om te genieten van de eenvoudige dingen van het leven. Ik mijn eigen tijd indelen tussen werken, rusten en genieten. Mijn ervaring in het leven kan ik delen met wie ik wil en onder welke vorm ik dat doe. En ik kan kiezen vanuit mijn hart en ziel waar ik thuishoor en waar ik beter afscheid van kan nemen. Wat een rijkdom!

Toegegeven, er zijn plekken waar je wel voorgoed uitgerangeerd wordt na een bepaalde leeftijd maar daarmee stopt het leven niet. Integendeel, het geeft je de ruimte om met al de rijke ervaringen die je in je lange leven hebt verworven ruimte te maken voor nieuwe ervaringen en nieuwe projecten waar je nooit de tijd voor had maar die nu ineens wel aandacht kunnen krijgen. Zoals nu toch eens die fantastische tuin de aandacht geven die hij nodig heeft of gewoon gaan zitten om te kijken naar de zon die onder gaat. Ruimte om een boek te schrijven of opnieuw echt te gaan koken met mooie, eerlijke basisproducten. Leven zoals mijn oma versie 2.0. Het leven heeft zoveel meer te bieden als er tijd is.

Als we eerlijk zijn, moeten we toegeven dat we ons leven oeverloos versplinteren in de vele moetens die de maatschappij ons opdringt. En eigenlijk doen we niets meer grondig. Werken alleen is niet genoeg, het moet een ambitieuze job zijn met lange werkdagen die liefst ook nog overlopen in onze schaarse vrije tijd. Als je dit dan ook nog wil combineren met andere activiteiten, ontstaat er al vlug gerommel in de zijlijn en ben je niet gemotiveerd. Ik heb me er nooit kunnen bij neerleggen, het was elke dag weer een gevecht op zoek naar de balans tussen economisch overeind blijven en echt leven. Die dagen zijn nu gelukkig voorbij en ik geniet van elke minuut vrijheid in mijn leven.

Deze fase in mijn leven voelt ondertussen als een verzamelplaats overvol van allerlei levenservaringen die daar opgeslagen liggen en wachten op herordening. Ik mag opnieuw dat speelse kind zijn. Het speelelement brengt je terug naar je oorsprong, naar pure innerlijke vreugde. Het is een bron van steeds vernieuwende energie en verwondering, de basis voor mijn verdere ontplooiing ook nu ik zestig ben geworden.